Bezwaren kenbaar maken veel werk? Niet als u eerst bij de buren kijkt! Dan kan het in 2 minuten. Hoe? In Gemeente Woerden heeft een bezorgde burger onderstaande ingediend. Op een RES of Concept-RES kan formeel geen bezwaar ingediend worden, daarom is de eerste alinea van belang (u voorkomt dat uw ‘bezwaar’ meteen de prullenbak in gaat). Als u de tekst copy/paste in Word komt het precies op 12 pagina’s. Even kijken of het op uw situatie in zijn geheel van toepassing is, misschien zijn hier en daar aanpassingen of aanvulling nodig. Dan hoeft u het alleen nog maar te versturen. Reuze handig!

Aan: College van B&W en gemeenteraad van Woerden

Postbus 45

3440AA Woerden

Geachte college, geachte raadsleden,

Bij deze richt ik mij op het Ontwerp van de Regionale Energie Strategie (RES) met concept-aan-bod (dd. 24 maart 2020). Ik behoud mij het recht voor dit aan te vullen en verder te formaliseren. U kunt dit schrijven meerledig opvatten, als appèl, zienswijze of bezwaar (in eerste aanleg, met na-dere gronden later aan te vullen). Als oplettende burger zal ik in dit schrijven uiteenzetten hoe, naar mijn mening, allerlei democratische leemten de hele RES-procedure zijn binnengeslopen. De punten die ik in de inleiding aanstip komen verderop in de tekst uitgebreid terug.

Inleiding

Het concept-aanbod is een onderdeel van de RES U16, waarin 16 Utrechtse gemeentes samen-werken, als ook de waterschappen, de provincie Utrecht en belanghebbenden. De RES is een uit-werking van het landelijke Klimaatakkoord op het niveau van de gemeenten (en waterschappen). Als eerste teken ik hierbij aan dat het parlement dit Klimaatakkoord niet besluitvormend heeft be-handeld. Het tweede punt is dat gemeenten provincies, waterschappen en netbeheerders door het Rijk zijn gevraagd om samen te werken. Met ogenschijnlijke vrijblijvendheid is gevraagd ‘om per regio te komen tot een optimale mix van energiebesparing, duurzame warmte en duurzame op-wekking1 ’. Gelet op eerdere ontwikkelingen, zoals de GHOR en Veiligheidsregio, zal deze vrijblij-vende samenwerking met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid uitmonden in een verplicht vrijwillige samenwerking, die achteraf juridisch geformaliseerd zal worden.

Ten tijde van dit schrijven vraagt het college aan de raad om in te stemmen met het concept-aan-bod, waarbij de bijdrage van Woerden afhankelijk wordt gesteld van het afwegingskader. Dit afwe-gingskader bepaalt hoe de invulling in detail eruit gaat zien voor de gemeente Woerden en de in-woners, en juist dit afwegingskader staat niet in het concept-aanbod, terwijl dit wel een onderdeel van het concept-aanbod hoort te zijn2. Een afwegingskader zou een gedetailleerd plan voor groot-schalige energieopwekking door zonne -en windparken moeten bevatten, maar ik lees dat dit nog in de maak is (in het concept-aanbod staat niet wie dit maakt). Een en ander zal eind 2020 aan de raad worden voorgelegd, terwijl de raad direct daarna begin 2021 een besluit moet nemen over de definitieve RES 1.0. De raad wordt nu gevraagd in te stemmen met een concept-aanbod dat geen aanbod bevat, en niet onbelangrijk, waarin de integrale afwegingen en randvoorwaarden ontbre-ken, terwijl dit verstrekkende gevolgen voor de inwoners van de gemeente Woerden heeft.

Ook is te lezen in het concept-aanbod dat u veronderstelt als bestuurder van deze gemeente de plannen naar eigen hand te kunnen zetten. Omdat dit maar zeer de vraag is, is het noodzakelijk om bestuurskundig naar de RES te kijken en uw eigen aangeleverde plannen zo af te bakenen, dat ze overeind blijven. Dat is nodig wanneer het Rijk hiermee achteraf aan de slag gaat en van plan is haar wettelijk gegeven doorzettingsmacht middels de crisis- en herstelwet te gaan inzetten. De boodschap is ‘bezint eer u iets goedkeurt en instuurt ten behoeve van de RES’. Om een twee-de reden lijkt het niet waarschijnlijk dat u vrijheid heeft: in verslagen van de commissie Ruimte van de Gemeente Utrecht is te lezen dat verschillende politieke partijen voorstellen om grootschalige opwekking door windturbines naar buurgemeentes te verschuiven, omdat de Gemeente Utrecht zelf geen ruimte heeft. Een reden temeer om uw plannen goed af te bakenen.

Vormgeving burgerparticipatie versus besluitvorming

Op 1 juni moesten aanvankelijk de RES-regio’s hun inbreng opsturen en daarbij werden de colle-ges van de afzonderlijke gemeenten bevoegd verklaard om zich te committeren aan die inbreng vanuit de afzonderlijke gemeenten. Er werden ter uitvoering allerlei procedures ontwikkeld op ba-sis waarvan een zo ruim mogelijke betrokkenheid kon worden georganiseerd van burgers, maat-schappelijke organisaties en bedrijven. In de ene regio lukt dat beter dan in de andere. En er werd in het vooruitzicht gesteld dat als de ingebrachte arrangementen in ‘Den Haag’ waren getoetst,

  • Regeerakkoord (2017). Vertrouwen in de toekomst

 

“1

gewogen en waarschijnlijk bijgesteld in de tweede vervolgfase de gemeenteraden er hun zegen aan mogen geven.

Vanwege de Corona-crisis is de datum van inbreng van 1 juni verplaatst naar 1 oktober en dat geeft gemeenteraden meer tijd om nog eens goed na te denken over wat nu eigenlijk hun positie is in deze vergaande en ingrijpende transitie. Door deze crisis kunnen bijeenkomsten echter niet doorgaan en naar mijn mening is het geen goed teken dat er nu door u besloten gaat worden over het concept-aanbod voor de RES. Gelet op de informatie in het concept-aanbod blijkt dat het gaat om het opstellen van energiebeleid dat diep en omvangrijk in het leven van burgers gaat ingrijpen. Gedacht moet dan bijvoorbeeld worden aan kostbare verduurzaming van woningen, waardedaling van onroerend goed, gevolgen voor de volksgezondheid, vermindering van kwaliteit van leven en leefomgeving, als gevolg van nabijheid van grote zonne- en windparken. Gesteld wordt vanuit de RES dat het de bedoeling is dat burgers in dit proces kunnen participeren en inspraak hebben.

De vraag is of burgers werkelijk voldoende gelegenheid krijgen om gebruik te maken van hun de-mocratische rechten? Gaat er echt naar hen geluisterd worden en krijgen zij echt inspraak als het gaat om kwesties ‘van het gas af’ en de aanleg van zonne- en windparken? De reeds gehouden enquêtes zijn sturend en hebben slechts beperkende mogelijkheden. Zo bieden zij alleen keuzes waar zonne- en windparken geplaatst moeten worden op het land. Burgers zouden het recht moe-ten hebben om door middel van een referendum nee te zeggen tegen dit soort megalomane plan-nen in hun leefomgeving.

Vragen ten aanzien van het concept-aanbod

Samenvattend stel ik u een aantal vragen en deze licht ik per punt kort toe. Ik maak daarbij gebruik van verschillende bronnen. Mijn vragen hebben op de volgende punten betrekking:

  1. Burgers kunnen niet volwaardig participeren en hebben geen werkelijke inspraak in de RES.
  2. Plaatselijke Milieueffectrapportages zijn niet meer mogelijk.
  3. Gemeenteraden kunnen afzien van deelname aan de RES.
  4. Het Rijk heeft allerlei vormen van dwang ingebouwd die de grondwettelijke autonomie van ge-meenten ondermijnt.
  1. Zonne- en windparken zijn geen oplossing en versterken de onrust onder omwonenden.
  2. Het financiële effect van de warmtevisie op burgers ontbreekt.
  3. Er zijn diverse alternatieven voor deze plannen die werkelijk bijdragen aan de doelstellingen.
  1. Is het u bekend dat burgerparticipatie op grond van criteria in het Verdrag van Aarhus moet plaatsvinden?

Het verdrag van Aarhus bepaalt dat om recht te kunnen doen gelden en deze plicht te kunnen ver-vullen, burgers toegang tot informatie, recht op inspraak in de besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden moeten hebben. In dit verband is erkennend dat burgers bijstand nodig kunnen hebben om hun rechten uit te oefenen.

Woerden

In de Gemeente Woerden lijkt het omgekeerde aan de hand. Burgers hebben geen bijstand ge-kregen om hun rechten uit te oefenen, slechts worden ze aan de hand geleid naar een gewenste uitkomst. Zo konden burgers van Woerden een online enquête invullen, maar de vragen zijn stu-rend gesteld in de richting van de opzet en invulling van de RES. De keuzes lagen vast en alle vragen zijn gericht op de plaatsing van zonne- en windparken op land: ben je voor kleine of grote windmolens, wil je zonneparken aan de rand van een dorp of midden in een weiland, moeten grote windmolens in het Groene Hart of langs infrastructuren. Burgers worden zodoende in een gewens-te denkrichting geduwd met een 100% sturende enquête. Ook de webinars, voorlichtingsavonden, gesprekken met jongeren en de Energie Safari zijn op deze manier dwingend en één richting op sturend opgesteld. Niet voor niets is de organisatie in handen van EMMA dat zich beroepsmatig bezighoudt met het bij de hand nemen van de burger naar de gewenste uitkomst (in hun jargon heet dat het verbinden van partijen rond een gezamenlijk doel). Tot slot vernam ik dat de werk-groep Energietransitie niet openbaar is, dit druist regelrecht tegen Aarhus in: hierover horen open-baar toegankelijke verslagen te zijn, zodat burgers reële invloed, zeggenschap van het eerste moment van het planproces (ook voorstadium) op basis van volledige en volwaardige informatie hebben. De raad zou in deze zijn controlebevoegdheden kunnen aanwenden om te zien hoe het college dit heeft ingevuld (of had kunnen invullen).

2″

Burgers verder buitenspel

Ik kantteken bij de gehele opzet dat een van de redenen om de RES alleen met zonne- en wind-parken in te vullen verwachte spanningen rond kernenergie zijn, zoals is te lezen in de verslagen van de klimaattafels. Bij wie lopen deze spanningen dan op is de retorische vraag, want overal or-ganiseren zich anti-windenergie-actiegroepen die soms zo fel acteren na langdurige strijd (als ge-volg van niet gehoord worden) dat arrestaties zijn voorgekomen. Deze actiegroepen ontstaan om-dat de beroep- en bezwaarmogelijkheden inzake windparken nagenoeg tot nul gereduceerd zijn door het Rijk, zoals in het proefschrift van Sanne Akerboom is onderzocht3 . Er is 10 jaar geleden wetgeving ingevoerd die burgers en soms gemeenteraden buiten spel zet. Alle mogelijke bezwa-ren, zoals geluid en slagschaduw, zelfs waardedaling woning, zijn vervat in regelgeving die gunstig uitpakken voor de initiatiefnemers en bovendien zet het Rijk haar doorzettingsmacht in bij het doordrukken van grootschalige windparken. Het leidt ertoe dat bezwaar door burgers die overlast ervaren niet mogelijk is (met de kanttekening dat Nederland de soepelste geluidsnormen heeft, turbines mogen relatief dichtbij woonomgevingen staan en geven dus altijd overlast, geluid en laagfrequent geluid, zie verder punt 5).

Deze verregaande plannen zijn tot stand gekomen aan de Klimaattafels. Aan deze tafels partici-peerden alleen belanghebbenden die in de gewenste denkrichting opvattingen hebben. Burgers zijn volledig buiten beeld gebleven. Het ging om een selectie van partijen, die (bijvoorbeeld) aan de Klimaattafel Elektriciteit een groot eigenbelang hadden, en nog steeds hebben, bij de subsidies voor de bouw van windparken. De 33 partijen die zich hebben aangemeld voor deze Klimaattafel in februari 2018, verenigd onder de naam NederWind, werden geweigerd zonder opgaaf van rede-nen. Dit terwijl zij een alternatief plan zouden presenteren dat precies aan de doelstellingen vol-deed.

NOVI versterkt sturend overheidsoptreden

Tot slot is gebleken dat op landelijk niveau in mei 2019 een publieksconsultatie heeft plaatsgevon-den over de Nationale Omgevingsvisie en PlanMER. De publiciteit daarover was heel beperkt. De resultaten gaven geen beeld van enig draagvlak en kunnen zeker niet als representatief worden gezien. Deze publieksconsultatie was uitgezet in de vorm van een enquête, bevatte suggestieve en complexe vragen die behoorlijke voorkennis vereisten welke de gemiddelde burger niet heeft.

Nu dus alles in kannen en kruiken is, de NOVI zo goed als vastgesteld (alleen publicatie in de Staatscourant ontbreekt nog) mogen burgers mosterd na de maaltijd zijn. Dit roept de vraag op welke waarde aan ‘de inbreng’ van burgers gehecht kan worden. Hebben zij recht op een referen-dum om tegen grootschalige opwekking in hun buurt te stemmen, opwekking die verregaande ge-volgen voor hun leefomgeving heeft. Nee, zij mogen alleen in de pas meelopen, wat de volgende vraag oproept.

  1. 2. Is het u bekend dat er geen plaatselijke MER komt waarin burgers gedetailleerd op de hoogte gesteld worden en waartegen bezwaar mogelijk is?

Het Verdrag van Aarhus bepaalt ook:

  • reële invloed, zeggenschap van het eerste moment planproces (ook voorstadium) op basis van volledige en volwaardige informatie aan de burger. Zij moeten van alle consequenties op de hoog-te gesteld worden. De informatie moet actueel zijn, nauwkeurig en vergelijkbaar.
  • de toestand van de gezondheid en veiligheid van de mens, met inbegrip van de verontreiniging van de voedselketen, indien van toepassing, de levensomstandigheden van de mens, waardevolle cultuurgebieden en bouwwerken, voor zover zij worden of kunnen worden aangetast door de be-doelde toestand van elementen van het milieu of, via deze elementen, door de bedoelde factoren, maatregelen of activiteiten.

In de vorige alinea refereerde ik aan de NOVI waaraan gekoppeld is een landelijke MER. De NOVI is de Nationale Omgevingsvisie. Het staat voor de integrale strategische visie van het Rijk op de fysieke leefomgeving van Nederland en daarmee heeft het kabinet de regie op de inrichting van

  • Akerboom (2018). Between Public Participation and Energy Transition: The Case of Wind Farms.

“3

Nederland genomen. Op dit soort plannen kunnen alleen zienswijzen4 ingediend worden, een be-roep aantekenen is onmogelijk.

Het doel van een milieueffectrapportage is het milieubelang een volwaardige plaats geven in de besluitvorming. Dat vereist dat voorafgaand aan de besluitvorming een goede PlanMER beschik-baar komt. De algemene kwaliteitseisen voor een PlanMER zijn ‘juistheid en volledigheid’: de mili-eu- informatie in het rapport moet correct zijn en het rapport moet voldoende informatie bevatten om het milieubelang volwaardig te kunnen meewegen. Uitwerking en onderzoek van alternatieven is in elk geval nodig om de milieueffecten in perspectief te kunnen plaatsen: is effect X echt on-vermijdelijk of zijn er mogelijkheden om er toch wat aan te kunnen doen?5

Het landelijke PlanMER is geen concreet plan, het kenmerkt zich door grote lijnen en vaagheden. Ook van een integraal perspectief in de ontwerp-NOVI is geen sprake, waardoor een volledige af-weging van de milieubelangen niet mogelijk is. Een uitgebreide risico-analyse en een maatschap-pelijke kosten- en batenanalyse ontbreken. Na vaststelling en publicatie in de Staatscourant kun-nen decentrale overheden niet in beroep bij de Raad van State. De Crisis- en herstelwet (zie ook punt 4) verbiedt gemeenten om beroep aan te tekenen tegen structuurvisies van zogenaamde ‘ho-gere’ overheden. Die ‘hogere’ overheden overleggen in de regel niet met gemeenten over de plan-nen voor het grondgebied van die gemeenten, ze kunnen die plannen immers doordrukken.

In dit geheel maken burgers bij een beroep in latere fase geen enkele kans omdat de Raad van State de NOVI als toetskader zal hanteren. Raden en burgers staan zodoende buitenspel. Burgers kunnen bezwaar aantekenen tegen een later bestemmingsplan / omgevingsplan, maar ook hierin maken zij geen enkele kans behoudens mogelijke vormfouten. Het is voor de Raad van State meestal voldoende dat een plan al verwerkt is in slechts een visie. Lees hier het concept-aanbod zoals door u is opgesteld.

Conclusie

Aan burgers is onvoldoende ruimte gegeven om te participeren in het proces dat het concept-aan-bod moet ondersteunen. Burgers hebben onvoldoende gebruik kunnen maken van hun recht van inspraak op de besluitvorming, zij kregen sturende vragen en slechts uitleg over de plannen. Voor-afgaand aan het proces burgerparticipatie is onvoldoende aandacht besteed aan reële invloed, zeggenschap van het eerste moment planproces (ook voorstadium) op basis van volledige en vol-waardige informatie aan de burger. Zij zijn onvoldoende van alle consequenties op de hoogte ge-steld. De informatie moet daarbij actueel zijn, nauwkeurig en vergelijkbaar. In het geval van het concept–aanbod is alleen uitgegaan van het willen plaatsen van zonne- en windparken. Is er een afweging gemaakt ten aanzien van de aantasting en belasting van het landschap? Is in de rappor-tage voldoende aandacht besteed aan alle consequenties die dit concept-aanbod heeft op burgers en hun leefomgeving? Daarbij verwijzend naar het tweede gedeelte van het Verdrag van Aarhus, dat in zijn geheel in afwegingen in het concept-aanbod ontbreekt:

  • de toestand van de gezondheid en veiligheid van de mens, met inbegrip van de verontreiniging van de voedselketen, indien van toepassing, de levensomstandigheden van de mens, waardevolle cultuurgebieden en bouwwerken, voor zover zij worden of kunnen worden aangetast door de be-doelde toestand van elementen van het milieu of, via deze elementen, door de bedoelde factoren, maatregelen of activiteiten.

Uiteraard kunt u stellen dat dit nog komt in de RES, maar u levert nu een deel hiervan aan. In de aanhef heb ik u al gewezen op de doorzettingsmacht van het Rijk en de inperking van uw stu-ringsmogelijkheden. Indien u voor uw burgers staat als volksvertegenwoordiger, dan dient u dit vooraf goed te regelen in het concept-aanbod plus afwegingskader. Dit ontbreekt en daardoor vol-doet dit concept-aanbod niet aan het Verdrag van Aarhus.

Uitstel inleveren

Dit is reden te meer om niet vast te houden aan een inleverdatum op korte termijn, maar gebruik te maken van de geboden mogelijkheid om uw aandeel pas voor 1 oktober 2020 in te leveren. Het

  • DEI (2019). Zienswijze op PlanMER en ontwerp NOVI

 

  • https://www.infomil.nl/onderwerpen/integrale/mer/ruimtelijke-0/structuurvisie/

“4

geeft een goede gelegenheid om het concept-aanbod op basis van de criteria gesteld in het Ver-drag van Aarhus volledig te maken.

  1. Is het u bekend dat u kunt afzien van het deelnemen aan de RES?

In een eerder stadium heeft het college de argumentatie van prof. D.J. Elzinga ongegrond ver-klaard (als antwoord op ‘Bespreeknotitie inzake Regionale Energie Strategie (RES). Onderlegger bij de Politieke Avond van de gemeenteraad van Woerden’, Fractie Bakker, dd. 7 februari 2019). In het Klimaatakkoord was het uitgangspunt om de colleges bevoegd te verklaren, en niet de raden, omdat de tijd te kort was om hier goed vorm en inhoud aan te geven. Nu die datum is verschoven, als gevolg van de Corona-crisis, is die tijdsdruk veel minder en is het terecht dat de raden alsnog bij de besluitvorming betrokken worden.

Dan blijft de vraag of u ermee bekend bent dat u kunt afzien van deelname aan de RES. Deze vraag is terecht gesteld door raadslid Van Assem van Inwonersbelangen. U geeft aan dat dit niet mogelijk is, uw antwoord hierop is echter onjuist. Het is mogelijk bestuurs- en staatsrechtelijk dat een gemeenteraad besluit niet in de RES te participeren. Een gemeenteraad heeft het recht en de bevoegdheid zich autonoom op te stellen en er als het ware voor te kiezen een eigen ‘GES’ (ge-meentelijke energie strategie) uit te werken, al dan niet in overleg en onderlinge afstemming met buurgemeenten en waterschappen. In de publicatie ‘Regionale Energiestrategie zonder wette-

lijke basis, verplicht vrijwillige samenwerking met risico’s’ concludeerde prof. D.J. Elzinga

  • dat de RES-regio’s geen wettelijke grondslag hebben;
  • dat gemeenten niet via de RES-regio’s gebonden zijn aan het halen van landelijke energiedoe-len;
  • dat zonder wettelijke grondslag gemeenten en gemeenschappelijke regelingen niet aansprakelijk zijn en geen risico lopen wanneer bij of krachtens de Europese verdragen opgelegde verplichtin-gen niet worden nagekomen en dus ook niet aansprakelijk zijn als dit leidt tot een vordering op de staat in de vorm van een verplichting tot een of meer van de navolgende betalingen ingevolge arti-kel 7 Wet NErpe.
  1. Is het u bekend dat het Rijk een doorzettingsmacht heeft gecreëerd die niet door een de-mocratisch orgaan wordt gecontroleerd? Waardoor u als gemeenteraad steeds meer bui-tenspel wordt gezet?

Sturend karakter proces: buitenspel zetten gemeenteraden

Uit de verschillende beschrijvingen van het gehele proces blijkt dat de raad weinig in de melk te brokkelen heeft. De U16 gemeenten, 4 waterschappen, de provincie en Stedin werken samen aan de opgave voor de regionale energie strategie (RES U16), is te lezen in het concept-aanbod. De raad wordt nu gevraagd in te stemmen met een concept-aanbod waarin een afwegingskader ont-breekt. Dit kader is leidend voor de bijdrage die Woerden gaat leveren aan het definitieve bod voor grootschalige opwek door zonne-en windparken aan de RES 1.0. In de Handleiding Afwe-

gingskader RES6 lees ik dat een concept een gedetailleerde opgave en uitwerking moet bevatten van het aanbod zowel van elektriciteit als warmte (doelen, kwantiteit, ruimtegebruik, maatschappe-lijk draagvlak etc) als ook de integrale afweging en randvoorwaarden. Zelfs zoekgebieden en loca-ties moeten al bekend zijn. Het huidige concept-aanbod bevat geen aanbod, en niet onbelangrijk, ook de integrale afwegingen en randvoorwaarden ontbreken, terwijl dit wel verstrekkende gevol-gen voor de inwoners van de gemeente Woerden heeft.

Het afwegingskader is in de maak en wordt eind 2020, dit klinkt als november/december, aange-boden. Echter de definitieve RES wordt al begin 2021 aangeboden. De raad loopt daarmee het risico dat de besluitvorming over de definitieve RES al gaande is en er geen wijzigingen meer kunnen worden aangebracht, Het college heeft het afwegingskader dan waarschijnlijk al ingele-verd, omdat zij op dit dossier het bevoegd gezag zijn. Voorgestelde wijzigingen in tekst en rand-voorwaarden zullen dan geen invloed meer hebben op de definitieve RES. Door de behandeling van concept-aanbod inclusief afwegingskader in september 2020 te laten plaatsvinden, in plaats van eind dit jaar, bent u als raad op tijd om uw opmerkingen bij de concept-RES in te leveren, zo-dat deze nog geïmplementeerd kunnen worden in de definitieve RES. Mocht de aanlevering van

  • https://www.regionale-energiestrategie.nl/documenten/HandlerDownloadFiles.ashx?idnv=1462087

“5

het afwegingskader niet in september 2020 kunnen plaatsvinden, dan adviseer ik u, in het kader van nauwkeurigheid en zorgvuldigheid, gebruik te maken van uw controlerende bevoegdheid op het college op dit dossier. Immers de belangen zijn veel te groot ten aanzien van leefomgeving, landschap en volksgezondheid van burgers om zonder democratische controle de grootste ver-bouwing van Nederland in Woerden ruim baan te geven.

Daarnaast zal blijken dat de vrijwillige samenwerking welke aan u als raad is gevraagd een wanke-le basis kent. Ook al lijkt het erop dat de vrijwillige samenwerking de maatstaf is (zoals genor-meerd door de Wet gemeenschappelijke regelingen), het gehele ingezette proces vanuit het Rijk tot gemeenten kenmerkt zich door een sterk sturend karakter dat ook schuurt met de criteria ge-steld in het verdrag van Aarhus. Net als bij eerdere samenwerkingsverbanden, de GHOR, de Vei-ligheidsregio en de RUD, die aanvankelijk vrijwillig waren, is de verwachting dat in geval van de RES de samenwerking ook niet vrijwillig zal blijven. De wetgever kan deze vrijblijvende samenwer-king achteraf juridisch formaliseren en aanvullen door een lex specialis. Deze lex specialis zal be-voegdheden van de decentrale overheden overdragen aan de nieuwe samenwerkingsverbanden – de RES-regio’s. Zoals bekend vermindert dat de sturingsmogelijkheden van volksvertegenwoordi-gers en bestuurders van de decentrale overheden, zeker als het Rijk ook nog dwingende normen en doelen gaat toevoegen aan de verplicht vrijwillige samenwerking. Verzet van de Raad van Sta-te en de Eerste Kamer heeft in het verleden niet geholpen7.

Dwang vanuit het Rijk

Elzinga heeft ook gekeken naar andere processen waarmee het Rijk taken bij decentrale overhe-den heeft neergelegd: er blijkt sprake te zijn van verplichte vrijwilligheid en zeker niet van vrijblij-vendheid. Dit uit zich in het dreigen met ministeriële aanwijzingen indien bepaald decentrale over-heden weigeren vrijwillig mee te werken op de wijze waarop het Rijk dat heeft bepaald.

Zijn conclusie: ‘Op het regionale niveau functioneren geen bestuurlijke organen die direct demo-cratisch gelegitimeerd zijn en dat impliceert dat deze figuur voor vakdepartementen interessant is. In naam blijft er een koppeling aan gemeente, provincie en waterschap, in de praktijk is er een hoge mate van nationale sturing.’ Het Rijk zal proberen EU-boetes door te zetten naar gemeenten, andere decentrale overheden én gemeenschappelijke regelingen. Hierdoor is een democratische tekortkoming gerealiseerd die zijn weerga niet kent.

De Crisis- en herstelwet (CHW) vervalt in 2021 en wordt onderdeel van de nieuwe Omgevingswet. De recent gewijzigde CHW kent een aantal stappen, zoals het opstellen van een structuurvisie waarmee allerlei (lagere) overheden moeten instemmen en die een plaatselijke MER uitsluit als ook een aantal relevante wetgevingen omzeilt (zoals de wet geluidhinder, warmtewet en wet lucht-verontreiniging). Ook kunnen projectontwikkelaars om verkorte procedures verzoeken en dat is mogelijk omdat door de wijzigingen in de CHW projecten versneld, maar bijvoorbeeld over een langere looptijd, uitgevoerd kunnen worden8.

De CHW biedt mogelijkheden om burgers en decentrale overheden buitenspel te zetten, ik noem twee voorbeelden, waarbij in de eerste een gemeente buitenspel is gezet en in het tweede voor-beeld burgers de dupe kunnen worden:

  1. De Raad van State heeft de beroepen van de gemeentebesturen van Urk en Lemsterland tegen het Rijksinpassingsplan ‘Windenergie langs de dijken van de Noordoostpolder’ niet ontvankelijk verklaard. Het plan valt onder de CHW. Daarom hadden de gemeenten Urk en Lemsterland niet de mogelijkheid om beroep in te stellen tegen het Rijksinpassingsplan en de vergunning.
  1. Inzake de Warmtevisie kan een Nederlandse woningeigenaar, die al op aardgas is aangesloten op grond van de Gaswet zijn aansluiting behouden. Alleen voor nieuwbouw wordt sinds 1 juli 2018 een uitzondering gemaakt. Dit gasrecht zal op termijn worden vervangen door een ‘warm-terecht’, maar dat moet eerst nog door de Tweede en Eerste Kamer worden bekrachtigd. De gewijzigde CHW biedt gemeentes de mogelijkheid om bij wijze van experiment af te wijken van de Gaswet, waardoor gasaansluitingen in een bepaald gebied verplicht9 kunnen worden afge-
  • https://www.climategate.nl/2018/12/regionale-energie-strategie-zonder-wettelijke-grondslag/

 

  • Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Praktijkervaringen Crisis-en herstelwet. Voortgangsrapportage 2017-2108

 

  • https://www.binnenlandsbestuur.nl/ruimte-en-milieu/nieuws/help-de-420-000-niet-kunners-van-hun-gas-af.13394563.lynkx

“6

koppeld. Daar is een wijziging van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet voor nodig. Dat traject vergt wel de nodige tijd omdat het ontwerpbesluit ook nog moet worden voorgelegd aan de beide Kamers en aan de Afdeling advisering van de Raad van State. De onsympathieke term ‘gasklevers’ om burgers te duiden die niet de wens hebben om van het gas af te gaan heeft in-middels zijn intrede gedaan.

Er zijn meer voorbeelden waarbij de Crisis- en herstelwet en ook de Rijks- (en provinciale) coördi-natieregeling (een aanwijzing door de minister) gebruikt zijn om grootschalige windparken door het Rijk, tegen de wil van de burgers en gemeenten en zonder overleg met en besluitvorming door gemeenteraden door te drukken. Het Rijk krijgt hierbij hulp van de provincie en door het Rijk mede gesubsidieerde organisaties zoals IPO, VNG en Unie van Waterschappen. Met betrekking tot de RES is al een voorbeeld bekend van een opgeleverd concept waarin locaties zonne-en windpar-ken zijn opgenomen die ongewenst zijn. In dit geval was in de bijlage een kaartje opgenomen met alle potentiële locaties. Het gevaar bestaat dat wanneer de 35 TWh niet wordt gehaald, het Rijk ook deze locaties zal beoordelen als concept-aanbod. Al deze voorbeelden nopen tot het goed af-bakenen van keuzes in het concept-aanbod en het afwegingskader.

Afsluitend, teken ik nogmaals aan dat alle dwingende sturing des te meer opmerkelijk is, aange-zien het Klimaatakkoord niet besluitvormend door het parlement is behandeld, noch akkoord is be-vonden door Milieudefensie, FNV en Greenpeace. Deze democratische tekortkomingen zijn scha-delijk voor onze democratie, de lokale autonomie en ze ondergraven het draagvlak voor het ener-gie- en klimaatbeleid.

Aanbeveling

Het is dan ook aan te bevelen dat gemeenten zelf bottom-up hun eigen haalbare doelen vaststel-len, met inbreng vanuit de gemeenteraad en burgers, anders bent u puur een uitvoeringsloket van het Rijk. Het is vooral belangrijk om tegenwicht te organiseren en aan het roer te blijven staan: door het creëren van draagvlak, het afwegen van belangen, niet alleen de inpassing in het land-schap maar ook de gevolgen voor het welzijn en de gezondheid van uw gemeentebewoners, wekt u vertrouwen en blijf u juist dichtbij deze burgers die u vertegenwoordigt.

  1. Bent u ermee bekend dat zonne- en windparken geen effect zullen hebben op de gestelde doelstellingen?

CO2 Reductie

Windenergie wordt al ongeveer 20 jaar toegepast en toch ontbreken cijfers over zowel de CO2-beperking die het zou opleveren als de opbrengsten per park10. Cijfers over de CO2-beperking, die als uitgangspunt dienen in plannen, zijn gebaseerd op computermodellen. In die modellen worden zeker niet meegenomen de CO2-uitstoot die vrijkomt bij het bouwen van de turbines: de benodig-de kilo’s beton (1400 m³ ton voor per fundering), ijzer en staal (300 ton per turbine), ruim 8 ton an-dere metalen andere onderdelen, 66 heipalen per turbine. Vaak over het hoofd gezien wordt dat de bouw van de fundering een jaar in beslag neemt en daarvoor een infrastructuur nodig is waarover per turbine 490 transporten plaatsvinden11.

In die modellen staat ook niet centraal dat windenergie backup nodig heeft van gas-of kolencentra-les die CO2 produceren. Geen wind of te harde wind betekent geen elektriciteit en de fossiele cen-trales draaien altijd low-level zodat ze bij tekorten of pieken in het gebruik (bv. als de mensheid op-staat in de ochtend en er geen wind is) opgeschaald kunnen worden. In dit Duitse filmpje12 is te zien hoe een energiebedrijf letterlijk aan de knoppen draait op basis van actuele beelden van het stroomgebruik. Dit laat tevens zien hoe onstabiel de levering van elektriciteit door windturbines aan het net is, wat voor de nodige problemen en de daarbij behorende kosten zorgt.

  • http://wiseenergy.org/Energy/Wind_Other/Wind_&_AGW_Full.pdf

 

  • https://www.cobouw.nl/bouwbreed/nieuws/2014/02/windmolens-verankerd-in-betonnen-voet-met-230-ton-wapeningsstaal-101115526?_ga=2.42316453.1610545341.1590169753-903745582.1590169753

 

  • https://www.youtube.com/watch?v=9P1atl55YbM&t=12s

“7

Het concept-aanbod gaat uit van plaatsing van zonne- en windparken om energie neutraal te wor-den. Steeds duidelijker wordt dat het bij klimaatverandering draait om CO2-reductie. In de gehele concept-aanbod wordt hier geen rekening mee gehouden. Wat leveren de plannen op aan CO2-reductie? Dit dient ten behoeve van het klimaatakkoord inzichtelijk gemaakt te worden.

Enorm ruimtebeslag wind- en zonneparken

Windenergie heeft een productiefactor van 25% dat nauwelijks verbetert bij steeds groter windtur-bines (de uitleg ervan heeft een natuurkundig randje, dat zal ik u besparen), zonne-energie brengt gemiddeld 11% op. De constructie maakt dat de prestaties van de turbines bovendien al na een jaar achteruitgaan en dat loopt steeds verder op naarmate de turbines hun levenseind (20 jaar) naderen13. Een zonneweide ter grootte 28 voetbalvelden staat gelijk aan 1 windturbine. Natuurbe-schermers waarschuwen reeds voor de gevolgen van grote zonneparken voor kwetsbare natuur en bodemleven. Beide vormen van energieopwekking kennen een enorm ruimtebeslag en dragen juist bij aan de opwarming, intuïtief is dit logisch voor enorme zonneweides (eronder warmt het op) en wat betreft windparken tonen verschillende studies dit aan (hetgeen samenhangt met het men-gen van luchtlagen in de atmosfeer door het draaien van de enorme wieken)14 .

Door al deze nadelen zal het onmogelijk zijn om huishoudens van stroom te voorzien, laat staan dat bedrijven en industrieën er ook gebruik van moeten maken. De opbrengsten zijn een fractie van het totale verbruik en dit probleem zal met enorme stappen toenemen wanneer de elektrifica-tie van Nederland doorzet en alles en iedereen van het gas af moet.

Volksgezondheid

Bovenstaande gaat over de technische aspecten van windturbines, maar er is nog een andere kant, ze vormen een ernstig gezondheidsrisico voor mensen. Daarmee veroorzaken zij veel onrust onder omwonenden. De Wereld Gezondheidsorganisatie WHO rapporteerde in 2018 het effect van geluid op gezondheid en bestempelde opnieuw omgevingsgeluid als een belangrijk gezondheidsri-sico: gebrek aan slaap verhoogt het risico op hoge bloeddruk en hartinfarcten. Nieuw hierin was de onderkenning van het risico van hele grote windturbines. Al in 2006 gaf de Franse gezondheids-raad het advies een minimumafstand van 1500 meter aan te houden. De raad eiste invoering per direct. In Nederland wordt een afstand van 400 meter aangehouden en met eventueel mitigerende maatregelen voldoen ze dan aan wet- en regelgeving ten aanzien van geluid en slagschaduw. De windturbines worden steeds hoger maar de geldende normen zijn daar niet op aangepast. Vijf windturbines met een tiphoogte van 220 meter (toekomstig park Rijnenburg) mogen op een af-stand van 400 meter tot woningen staan. Nederland hanteert de soepelste geluidsnormen in Euro-pa: in Duitsland en Denemarken staan turbines op een afstand van respectievelijk 900 en 1000 meter.

De huidige normen sluiten overlast door windparken niet uit. Het zal u inmiddels bekend zijn dat het windpark Houten al jaren geluidhinder veroorzaakt. Ondanks veel verzet onder een brede groep omwonenden is het windpark destijds toch neergezet. De overlast is door een onderzoeks-instituut vastgesteld en bevestigd, en keer op keer door omwonenden aangekaart, maar in alle ja-ren is hieraan niets veranderd (33% van de 820 omwonenden heeft geluidsoverlast, 13% slaap-problemen15). Het geluid wordt als een hinderlijk, dreunend impulsgeluid ervaren en wordt nog tot op een afstand van 1 – 2 km waargenomen16. Dat neemt niet weg dat een nieuw windpark bij Hou-ten in de startblokken staat. Ook tegen dit windpark vindt verzet plaats en dat gebeurt op veel ge-plande locaties in Nederland, de actiegroepen blijven als paddenstoelen uit de grond schieten (op dit moment zijn er waarschijnlijk tussen de 100 en 200 actief).

De huidige regelgeving, waarbij minder dan 400 meter afstand tot een woning pas als overlast ge-vend wordt ervaren, heeft de gemeenten op Voorne-Putten in de Energieverkenning er niet van weerhouden om aan de afstand te morrelen. Bij voorkeur brengt de gemeente deze terug tot 200 meter. Met de huidige regelgeving van 400 meter tot een woning meldt het RIVM dat 2 tot 10% van

  • https://energiforskmedia.blob.core.windows.net/media/23913/wind-turbine-performance-decline-energiforskrapport-2017-436.pdf

 

  • https://groene-rekenkamer.nl/2518/de-invloed-van-windmolens-op-ons-klimaat/

 

  • https://www.windopland.info/wp-content/uploads/2017/02/Evaluatie-Windpark-Houten.pdf

 

  • http://burenvanlageweide.nl/haalbaarheid/geluidsoverlast

“8

omwonenden van windturbines ernstige hinder ervaart door laagfrequent geluid (LFG). Zij doen die uitspraak op basis van verschillende studies17. Het is het daarom niet te hopen dat deze kortere afstand tot norm wordt verheven, omdat het steeds duidelijker wordt dat plaatsing van windturbi-nes bemoeilijkt wordt door gebrek aan juiste ruimte.

Laagfrequent geluid

Aangenomen wordt dat nieuwere, hogere turbines stiller zijn, omdat ze tandloos zijn.

Dit gaat over het hoorbare geluid dat ze voortbrengen. LFG wordt echter veroorzaakt door de ge-neratoren die windturbines in principe zijn18. Het is een natuurkundig verschijnsel dat generatoren altijd LFG voortbrengen. De techniek daaromtrent wijzigt niet. Isoleren tegen deze vorm van geluid is niet mogelijk dan alleen door de generator in betonnen kluis/bunker te vatten. Bij een windturbi-ne kan dit niet. Deze moet immers kunnen draaien en de generator staat hoog in de lucht. Ver-schillende onderzoeken geven aan dat de problemen hieromtrent lijken toe te nemen en dit roept de vraag op wat de gezondheidsrisico’s zijn19.

Praktijk en planvorming komen niet overeen

Bij de ontwikkeling van een type windturbine wordt deze qua geluidsbelasting in optimale situatie getest. De testresultaten worden verwerkt in een Handleiding Geluidsbelasting windturbines Type X. Deze handleiding wordt gebruikt bij het inplannen van windturbines op een te ontwikkelen loca-tie. Dit blijkt een papieren werkelijkheid te zijn. In de praktijk blikt dat iedere turbine zijn eigen ge – luidsfrequentie (dBa en LFG) heeft. De contouren van het geluid reiken in de praktijk verder dan berekend en de overlast is dus groter. Diverse praktijk onderzoeken wijzen dit uit. Klachten van burgers worden in de regel niet serieus genomen, want op papier kunnen zij geen overlast erva-ren. Dit leidt naast frustraties ook tot stress en gezondheidsproblemen.

Daarnaast geldt voor geluid veroorzaakt door windturbines het jaargemiddelde dat aan alle turbi-nes als standaard wordt opgelegd20. Een gemiddelde verdoezelt heel handig de klachten die turbi-nes met pieken in hun geluid bij omwonenden geven en noopt overheden niet om onderzoek er-naar uit te voeren. Men verschuilt zich achter de richtlijnen en de normen worden daardoor niet overschreden. Terwijl omwonenden wel wakker worden van de pieken in het geluid. Een zelfde redenering gaat op voor LFG, dat niet door iedereen op dezelfde manier wordt ervaren, maar wel ernstige gezondheidsklachten kan geven (somatische klachten als maag- en darmproblemen, stress, hartritme klachten en hoofdpijnen). Daarnaast treden slaapstoornissen en oververmoeid-heid op21. Omdat LFG een klein gedeelte van het geluidsspectrum uitmaakt, is dit sinds de invoe-ring van de CHW opgenomen in het geheel en aangemerkt als verwaarloosbaar.

Het gezondheidsaspect als gevolg van laagfrequent geluid wordt daarom niet meegenomen, slechts het mogelijk maken van plaatsing van windturbines staat voorop. Gelet op de kwalijke ge-volgen voor de volksgezondheid is LFG echter niet verwaarloosbaar en verdient aandacht. Alle andere hinder is in wet- en regelgeving vastgelegd, maar lijkt meer gunstig voor de initiatiefnemers in ons dichtbevolkte land, dan voor omwonenden van windparken.

Volgens het recentste rapport van het RIVM22, gebaseerd op het WHO-advies, ervaren momenteel 3 miljoen huizen (37%) meer dan 55 decibel geluidhinder en ernstige gezondheidseffecten (zoals hartziekten) treden al op bij lagere geluidsniveaus dan tot nu toe werd aangenomen. Het wettelijk toegestane geluidsniveau moet omlaag en het kabinet moet het geheel van geluidhinder in kaart brengen en maatregelen formuleren. Een zorgvuldige besluitvorming waarbij het belang van bur-

  • https://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/2018-0119.pdf

 

  • Møller, H., et al. (2012). Beoordeling van laagfrequent geluid van windturbines in Maastricht (Universiteit van Aalborg)

 

  • https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/windmolens-maken-wel-degelijk-ziek.htm?fbclid=IwAR16j5FJrWM-MKwXAZVWJnLQAbLgPjFCoOw8XZf6wY9jww7tBOaA1lteZps

 

  • Møller, H., et al. (2012). Beoordeling van laagfrequent geluid van windturbines in Maastricht (Universiteit van Aalborg)

 

  • https://www.laagfrequentgeluid.nl/html/informatie/info.html

 

  • https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/politiek/artikel/5144206/rivm-verminder-wettelijk-toegestaan-omgevingsgeluid-voor-gezondheid

“9

gers zwaarder weegt dan het algemeen belang behoort tot uw verantwoordelijkheid, zoals ook naast het Verdrag van Aarhus verwoord is in de Grondwet:

Art. 21 Grondwet: “De zorg van de overheid is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu.“

Art. 22 Grondwet: “De overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid.”

  1. Kan verwacht worden dat u een nauwkeurig kostenplaatje van de voorgestane warmtevi-sie voor burgers opstelt?

Ofschoon het opstellen van een warmtevisie Woerden nog in de steigers staat, behoud ik me ook hierin het recht voor om mijn kanttekeningen te formuleren, later aan te vullen en te formaliseren.

Eerste is dat zelfs op landelijk niveau dit financiële plaatje voor de huishoudens ontbreekt. Tweede is dat volgens een recent rapport van de Algemene Rekenkamer23 het programma Aardgasvrije Wijken op alle fronten ernstig tekortschiet. Van de plannen om 2000 woningen in twee jaar tijd aardgasvrij te maken, zijn slechts enkele woningen in Purmerend overgebleven 24. Een evaluatie laat nog een paar jaar op zich wachten, maar vooralsnog is de conclusie teveel haast en doelstel-lingen en toezicht die ontbreken. Het nationale plan was dat alle gemeenten voor 2021 een wijk moesten aanwijzen die van het gas af gaat, zodat in 2030 anderhalf miljoen (!) huizen van het gasnetwerk zijn losgekoppeld. Het van het gas af halen van woningen en kantoren wordt de groot-ste en duurste overheidsoperatie uit de Nederlandse geschiedenis. Dertig jaar lang moeten iedere werkdag duizend huizen van het gas af, moeten deze geïsoleerd worden en van nieuwe warmte-en kookapparatuur worden voorzien. De kosten voor wat het voor burgers betekent zijn totaal niet inzichtelijk.

Ook moet het elektriciteitsnet worden verzwaard en uitgebreid om aan de extra vraag te kunnen voldoen. De energie-infrastructuur is niet ingericht op de extra zonne-en windenergie. In delen van Nederland kunnen windmolens en zonnepanelen niet aangesloten worden wegens onvoldoende netcapaciteit. Dat blijkt op een moment dat de subsidies zijn verstrekt en de plannen zijn gemaakt. De kosten die hiermee gemoeid zijn, kunnen niet eindeloos op de burger worden afgewenteld door het alsmaar verhogen van belastingen. Nu al beslaan deze 65% van de energierekening (belastin-gen 45% en netbeheerkosten 20%)25 en ze mogen niet verder oplopen om energiearmoede zoals in Duitsland -ons voorland- te voorkomen. Door deze slechte planning is nu al duidelijk geworden dat ProRail het treinennet niet kan uitbreiden, omdat Nederland een tekort aan stroom wacht. Vol-gens het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid gaat het bij de energietransitie om een in-vestering van 500 miljard euro. Dat is meer dan de volledige nationale staatsschuld en staat gelijk aan ongeveer onze totale hypotheekschuld. Nederland is het enige land ter wereld dat van het gas af gaat en ik teken hierbij aan dat een duidelijke reden ontbreekt. In Duitsland wordt aardgas juist met een subsidieregeling gestimuleerd.

Waterstof als oplossing?

Een van de mogelijkheden om dit probleem op te lossen dat steeds wordt genoemd is omzetting van elektriciteit naar waterstof. Zonne-en windelektriciteit kunnen niet opgeslagen worden en een oplossing daarvoor is nog ver weg. Het ligt dan ook voor de hand om te denken aan omzetting naar waterstofgas. De weg van overtollige elektriciteit naar waterstof, opslag naar waterstof, ge-volgd door omzetting naar elektrische energie is echter duur en niet efficiënt. Er is geen uitgespro-ken oplossing voorhanden. Een omzetting van opgewekte elektriciteit met zonne-en windparken leidt tot flinke omzettingsverliezen. Wanneer we uitgaan van een gemiddelde productiecapaciteit van zonne-en windparken, van zeg 20%, dan treedt bij omzetting naar waterstofgas een verlies op van ongeveer 60% (van die 20%). Daarbij heeft waterstof een drie keer zo lage energiedichtheid dan gas, waardoor er dus drie keer zoveel voor nodig is. Een gemiddeld gezin verbruikt nu 1500 m3 gas per jaar en heeft dan circa 4500 m3 aan waterstofgas nodig. Ook de Nederlandse aard-

  • https://www.rekenkamer.nl/actueel/nieuws/2020/05/20/aardgasvrije-wijken-te-hoge-verwachtingen-gewekt

 

  • https://www.nrc.nl/nieuws/2020/05/22/rekenkamer-wijken-aardgasvrij-maken-mislukt-a4000538

 

  • https://www.consumentenbond.nl/energie-vergelijken/energierekening

“10

gaspijpleidingen moeten dan drie keer zoveel waterstofgas verpompen26. Vermoedelijk zullen vele technieken nodig zijn om een oplossing te vinden.

Praktijkvoorbeeld

Bij het uitvoeren van de warmtevisie staat voorop dat de hele transitie niet mag leiden tot hogere energiekosten en woonlasten voor de burger. Ook andere partijen zoals het FNV hameren hierop. In Proeftuin Purmerend betalen burgers na een flinke verhoging de hoofdprijs, werden de bewo-ners aan een houtgestookt warmtenet gelegd, bleven gasgestookte hulpcentrales vanwege de fluctuaties noodzakelijk en was er veel energieverlies voordat de woningen warm gestookt waren27. Belangrijkste is dat bij lange na niet iedereen van het gas af wil (ik noemde al eerder dat nu dwangmiddelen worden onderzocht) en dat dit soort ingrijpende veranderingen alleen werken als er draagvlak bij bewoners is. Voor huurders en huiseigenaren is inzicht in het tijdsverloop, de kosten en de opbrengsten van het aardgasvrij maken van woningen essentieel, aangezien zij di-rect of indirect de kosten dragen. En het is evident dat de enige die over zijn gasafsluiting gaat tenslotte de bewoner zelf is.

De vraag is dus gerechtvaardigd of het wenselijk is deze weg te vervolgen ten koste van koop-kracht, economische groei en onderzoek naar wel levensvatbare technologieën voor elektriciteits-opwekking. De verschillen tussen het sociaal energiebeleid en het klimaatakkoord zijn door de FNV in samenwerking met Ing. Kees Pieters in kaart gebracht en onder het volgende punt samen-gevat.

  1. Welke maatregelen leveren echt wat op en kosten burgers geen vermogen?

In het Ontwerp van de Regionale Energie Strategie (RES) met concept-aanbod ontbreken maatre-gelen die wel een bijdrage leveren aan het klimaatakkoord en de burger niet op hoge kosten jagen. Bij het opstellen van de volgorde van de hierna genoemde maatregelen is in opdracht van het FNV gekeken naar de meeste kans op reductie van CO2 en de minste kosten voor de burger (de ver-schillen tussen het klimaatakkoord en dit sociaal energiebeleid zijn in concept in kaart gebracht)28.

Maatregelen in volgorde van belangrijkheid volgens het sociaal energiebeleid:

  1. Het isoleren van woningen, mits het uitgangspunt is dat de woonlasten voor de burger niet 
 Geen (en zeker niet een gedwongen) afsluiting van het gasnet.
  1. Het toepassen van warmtenetten alléén bij een échte restwarmtebron in de nabijheid van 
 woningen en alléén als de energierekening niet omhoog gaat.
  1. Het vervangen van de huidige elektriciteitsopwekking door biomassa door 
 elektriciteitsopwekking door gas.
  1. Het vervangen van de huidige import van elektriciteit, die voornamelijk door kolen wordt 
 opgewekt, door elektriciteitsopwekking door gas.
  1. Het toepassen van zonne-energie alleen op gebouwen.
  1. Het toepassen van windenergie alléén op zee en alléén zonder directe of indirecte 
 subsidie, en alléén als verlies aan werkgelegenheid in de visserij wordt gecompenseerd.
  1. Het stimuleren van het openbaar vervoer.
  2. Het per direct stoppen met het subsidiëren van windenergie, zonneweiden, biomassa, elektrisch vervoer en elektrische verwarming.
  1. Bij het toewijzen van overheidsgelden aan onderzoek en ontwikkeling de nadruk leggen op een constantere vorm van leverbare energie b.v. Bleu Energy, thorium-energie en energiebesparing in plaats van windenergie, zonne-energie, biomassa, elektrisch vervoer en elektrische verwarming.
  1. Beslissingsmacht van de burgers en werknemers over de sociale gevolgen van de energie- en klimaatmaatregelen.
  • https://www.climategate.nl/2019/09/waterstof-de-ideale-opvolger-van-aardgas-nee-integendeel/

 

  • https://www.wyniasweek.nl/ook-purmerend-wil-klimaatkampioen-worden/

 

  • FNV Visie Sociaal Energiebeleid Energietransitie Concept, maart 2020

“11

Gelet op het vorenstaande doe ik u het volgende voorstel:

Verzoek tot uitstel besluitvorming Ontwerp van de Regionale Energie Strategie (RES) met concept-aanbod (dd. 24 maart 2020).

De planning was dat 1 juni jl. een concept-RES door gemeenten diende te worden opgeleverd. Door de Corona is door het kabinet de datum verschoven naar 1 oktober 2020. Omdat de proce – dure van de RES democratisch tekorten kent29 en burgerparticipatie ontbreekt, verzoek ik u als raad het volgende:

  • Nu geen haast te maken met de besluitvorming over het concept-aanbod RES;
  • Het afwegingskader grootschalige duurzame energie-opwek dat momenteel wordt ontwik-keld af te wachten en het college te verzoeken dit in september 2020 aan u voor te leggen.
  • Tot 1 oktober 2020 de tijd te benutten om:
    1. Onderzoek te doen naar het democratisch tekort in de procedure van de RES, de ge-volgen in kaart te brengen die dit tekort heeft voor de gemeente Woerden (en Lopiker-waard);
  1. De burgerparticipatie zo spoedig mogelijk op te starten rond het Ontwerp van de Regi-onale Energie Strategie (RES) met concept-aanbod zodra dit mogelijk is. Om daarmee de concept RES in overeenstemming te brengen met de criteria gesteld in het Verdrag van Aarhus, d.w.z.:
  • De milieu informatie actueel, nauwkeurig en vergelijkbaar maken. Dat is niet alleen het afwegen van plaatsing zonne-en windparken in TWh en % belasting op het landschap, maar ook consequenties die de voorgestelde milieumaatregelen heb-ben op de toestand van de gezondheid en veiligheid van de mens, met inbegrip van de verontreiniging van de voedselketen, indien van toepassing, de levensomstan-digheden van de mens, waardevolle cultuurgebieden en bouwwerken, voor zover zij worden of kunnen worden aangetast door de bedoelde toestand van elementen van het milieu of, via deze elementen, door de bedoelde factoren, maatregelen of activi-teiten.
  • Een kosten-batenanalyse opstellen voor alle in het concept-aanbod RES voorge-stelde milieumaatregelen die burgers aangaan.

Harmelen, 15 juni 2020

  • https://www.stadszaken.nl/klimaat/regio/2171/friso-de-zeeuw-res-is-kamikaze-operatie

“12